Jannao | Sebastiaan Roes
Sebastiaan Roes en Triooo
Eind vorig jaar schreef Bernhard Harfsterkamp in zijn 'Vanaf een bankje-serie' rondom Winterswijk in Aaltens Nieuws het volgende artikel. In deze versie is mijn naam goed gespeld, in de papieren versie zag ik Mellenkamp voorbij komen.
Vanaf een bankje 30 | Bij een vervallen
boerderij
Bernhard
Harfsterkamp
WINTERSWIJK –
Op de ene plek die ik in gedachten had voor deze rubriek kon ik geen enkel
bankje vinden. Op de andere plek waar ik al een tijdje over wilde schrijven
stonden zelfs drie verschillende bankjes. Ik heb er al eens eerder gezeten en
foto’s gemaakt, maar aangezien ik niet altijd alles snel op mijn computer kan
terugvinden, ben ik nog maar eens naar Miste gefietst waar de bankjes staan.
Vele mensen zullen de plek kennen, want die ligt langs de Misterweg. Het is een
opvallend rustpunt, omdat die bij een vervallen boerderij staat. Of moet ik zeggen
half afgebroken boerderij?
Deze
picknickplaats is ontstaan in de laatste fase van de ruilverkaveling
Winterswijk-west. Het perceel waarop de al vele jaren leegstaande boerderij
Hemmink stond kwam in bezit van de Dienst Landinrichtingen en Beheer Landbouwgronden.
Voor de hand had gelegen om het af te breken en de grond bij een weiland aan te
trekken of er een bosje op te planten. Maar blijkbaar was er bij de dienst een
creatieve geest die aan een andere bestemming dacht. Van de boerderij bleef een
deel staan zonder dat dit nog gevaren kon opleveren voor mensen die even naar
binnen liepen om daarna in een van de twee oudere picknickhoekjes te gaan
zitten . Door sommige mensen werd deze plek sindsdien ook wel aangeduid als
“het monument van de laatste boer”. De
houten picknicktafel onder de schuilhut is er meen ik een jaar of tien geleden
gekomen op initiatief van Misters Belang.
De leegstaande
en vervallen boerderij is ook vele fietsers opgevallen. Dagelijks gingen en
gaan er scholieren van Aalten naar Winterswijk en andersom. Sommige van hen
herinneren zich een vervelende, meerennende blaffende en bijtende hond die bij
Hemmink hoorde. Hans Mellendijk, een Achterhoekse dialectschrijver, wees me op
een gedicht van Sebastiaan Roes, een andere dialectschrijver, over de
boerderij:
“'t Geet met
Hemmink,
Esselink en Hesselink
as met de olde spraoke:
't gebont dat kraakt,
't dak dat lekt,
de pöste bunt varveloos...
En de roetn knapt kapot.”
Esselink en Hesselink
as met de olde spraoke:
't gebont dat kraakt,
't dak dat lekt,
de pöste bunt varveloos...
En de roetn knapt kapot.”
Esselink in
’t Woold dat ook lang leeg heeft gestaan is inmiddels weer bewoond. Het in
verval geraakte Hesselink in Ratum werd opgeknapt en werd een zorgboerderij.
Enkele van de bewoners van Hemmink heetten overigens ook Esselink en Hesselink.
Toeval? Hemmink wordt al genoemd in de 14de eeuw. Het was toen een
hofgoed van het klooster in Vreden. Die hofgoederen werden later vaak voor het
gemak aangeduid als scholtengoederen, maar dat is niet correct. Tegenwoordig
lijken er heel veel scholtengoederen in Winterswijk te zijn, maar slechts
enkele zijn er als je de geschiedenis bestudeert werkelijk scholte geweest.
Momenteel wordt elk landgoed dat onder de Natuurschoonwet valt scholtengoed
genoemd en elke grotere boerderij scholtenboerderij. De werkelijkheid is
gecompliceerder.
Hemmink
kreeg in 1903 wel de uitstraling van zo’n grote boerderij, toen er een voorhuis
dwars voor werd gebouwd. Dat type is voor de meeste Winterswijkers van nu het
voorbeeld van een scholtenboerderij. Zo’n voorhuis moest welstand aanduiden. Of
die er werkelijk is geweest? Waarschijnlijk niet, want de bovenverdieping werd
alleen als opslagruimte gebruikt. Dat voorhuis was er ook nog toen de boerderij
in verval raakte. Bij de ombouw tot picknickplaats is het echter verdwenen. Wie
nou het restant in loopt ziet alleen de verschillende ruimten van het oude
boerderijgedeelte. Na de nendeur kom je op de deel met stallen aan de zijkant
en daarna in het woonhuis. Er is ook een ruimte met mooie tegeltjes. Dat zal
wel de keuken of de bijkeuken zijn geweest.
De boerderij
raakte in 1963 onbewoond toen A.J. Esselink, de laatste boer op Hemmink, met
zijn vrouw verongelukte. De erfgenamen verkochten de landbouwgrond, maar over
de verkoop van de boerderij konden ze het niet eens worden. Een van de
erfgenamen gebruikte het als zomerverblijf, maar bekommerde zich niet om het
onderhoud. Ook werden lood, koper, gebintwerk en tegels uit de boerderij
gehaald. Daardoor werd het langzamerhand een bouwval. Die was in september 1988
echter nog goed genoeg voor het verblijf van enkele krakers. Arjan Ligtenbarg
noemde ze drugsverslaafden, Willem Peletier punkers. Wie het ook waren, ze
hebben het niet lang volgehouden in de vervallen boerderij.
Het gedicht
van Sebastiaan Roes is te vinden in Arfgood. Verzamelde gedichten. Het
verscheen in 2009 bij uitgeverij Fagus.
Meer
informatie over Hemmink is te vinden in Winterswijk een eeuw verandering deel
3a van Willem Peletier uit 2003 en Scholtengoederen rondom Aalten, Dinxperlo
& Winterswijk van Arjan Ligtenbarg uit 2017.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten