dinsdag 30 januari 2018

Poëzieweek | Sebastiaan Roes

Jannao | Sebastiaan Roes 

Sebastiaan Roes en Triooo

Eind vorig jaar schreef Bernhard Harfsterkamp in zijn 'Vanaf een bankje-serie' rondom Winterswijk in Aaltens Nieuws het volgende artikel. In deze versie is mijn naam goed gespeld, in de papieren versie zag ik Mellenkamp voorbij komen.

Vanaf een bankje 30 | Bij een vervallen boerderij

Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Op de ene plek die ik in gedachten had voor deze rubriek kon ik geen enkel bankje vinden. Op de andere plek waar ik al een tijdje over wilde schrijven stonden zelfs drie verschillende bankjes. Ik heb er al eens eerder gezeten en foto’s gemaakt, maar aangezien ik niet altijd alles snel op mijn computer kan terugvinden, ben ik nog maar eens naar Miste gefietst waar de bankjes staan. Vele mensen zullen de plek kennen, want die ligt langs de Misterweg. Het is een opvallend rustpunt, omdat die bij een vervallen boerderij staat. Of moet ik zeggen half afgebroken boerderij?

Deze picknickplaats is ontstaan in de laatste fase van de ruilverkaveling Winterswijk-west. Het perceel waarop de al vele jaren leegstaande boerderij Hemmink stond kwam in bezit van de Dienst Landinrichtingen en Beheer Landbouwgronden. Voor de hand had gelegen om het af te breken en de grond bij een weiland aan te trekken of er een bosje op te planten. Maar blijkbaar was er bij de dienst een creatieve geest die aan een andere bestemming dacht. Van de boerderij bleef een deel staan zonder dat dit nog gevaren kon opleveren voor mensen die even naar binnen liepen om daarna in een van de twee oudere picknickhoekjes te gaan zitten . Door sommige mensen werd deze plek sindsdien ook wel aangeduid als “het monument van de laatste boer”.  De houten picknicktafel onder de schuilhut is er meen ik een jaar of tien geleden gekomen op initiatief van Misters Belang.

De leegstaande en vervallen boerderij is ook vele fietsers opgevallen. Dagelijks gingen en gaan er scholieren van Aalten naar Winterswijk en andersom. Sommige van hen herinneren zich een vervelende, meerennende blaffende en bijtende hond die bij Hemmink hoorde. Hans Mellendijk, een Achterhoekse dialectschrijver, wees me op een gedicht van Sebastiaan Roes, een andere dialectschrijver, over de boerderij:

“'t Geet met Hemmink,
Esselink en Hesselink
as met de olde spraoke:
't gebont dat kraakt,
't dak dat lekt,
de pöste bunt varveloos...
En de roetn knapt kapot.”

Esselink in ’t Woold dat ook lang leeg heeft gestaan is inmiddels weer bewoond. Het in verval geraakte Hesselink in Ratum werd opgeknapt en werd een zorgboerderij. Enkele van de bewoners van Hemmink heetten overigens ook Esselink en Hesselink. Toeval? Hemmink wordt al genoemd in de 14de eeuw. Het was toen een hofgoed van het klooster in Vreden. Die hofgoederen werden later vaak voor het gemak aangeduid als scholtengoederen, maar dat is niet correct. Tegenwoordig lijken er heel veel scholtengoederen in Winterswijk te zijn, maar slechts enkele zijn er als je de geschiedenis bestudeert werkelijk scholte geweest. Momenteel wordt elk landgoed dat onder de Natuurschoonwet valt scholtengoed genoemd en elke grotere boerderij scholtenboerderij. De werkelijkheid is gecompliceerder.

Hemmink kreeg in 1903 wel de uitstraling van zo’n grote boerderij, toen er een voorhuis dwars voor werd gebouwd. Dat type is voor de meeste Winterswijkers van nu het voorbeeld van een scholtenboerderij. Zo’n voorhuis moest welstand aanduiden. Of die er werkelijk is geweest? Waarschijnlijk niet, want de bovenverdieping werd alleen als opslagruimte gebruikt. Dat voorhuis was er ook nog toen de boerderij in verval raakte. Bij de ombouw tot picknickplaats is het echter verdwenen. Wie nou het restant in loopt ziet alleen de verschillende ruimten van het oude boerderijgedeelte. Na de nendeur kom je op de deel met stallen aan de zijkant en daarna in het woonhuis. Er is ook een ruimte met mooie tegeltjes. Dat zal wel de keuken of de bijkeuken zijn geweest.

De boerderij raakte in 1963 onbewoond toen A.J. Esselink, de laatste boer op Hemmink, met zijn vrouw verongelukte. De erfgenamen verkochten de landbouwgrond, maar over de verkoop van de boerderij konden ze het niet eens worden. Een van de erfgenamen gebruikte het als zomerverblijf, maar bekommerde zich niet om het onderhoud. Ook werden lood, koper, gebintwerk en tegels uit de boerderij gehaald. Daardoor werd het langzamerhand een bouwval. Die was in september 1988 echter nog goed genoeg voor het verblijf van enkele krakers. Arjan Ligtenbarg noemde ze drugsverslaafden, Willem Peletier punkers. Wie het ook waren, ze hebben het niet lang volgehouden in de vervallen boerderij.

Het gedicht van Sebastiaan Roes is te vinden in Arfgood. Verzamelde gedichten. Het verscheen in 2009 bij uitgeverij Fagus.
Meer informatie over Hemmink is te vinden in Winterswijk een eeuw verandering deel 3a van Willem Peletier uit 2003 en Scholtengoederen rondom Aalten, Dinxperlo & Winterswijk van Arjan Ligtenbarg uit 2017.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten