Molest | Hans Mellendijk | de Gelderlander, edities Achterhoek | 20 augustus 2015
In de
lente vanuit Enghuizen de eerste molestmelding. Verzen op
aluminium schijven en die weer in stoere oude bankschroeven werden getest op
hun buigzaamheid. Ik verzucht “#@%&!!” Met nog enkele andere Enghuizer beelden worden de poëzieobjecten hersteld op het landgoed Hackfort geplaatst. Na een zomerstorm
inspecteer ik de werken.
‘Een
nieuw gezicht’ laat drie vuilnisemmers zien op statieven. Verrekijkers die een
andere blik op het landschap geven. Ik kijk door doorzichtige foto’s -met
daarop medelanders; de jonge dame Jebid, het meisje Lula en de volwassen
man Zaid- naar
een veld wuivend graan. Pracht poëtisch beeld. De iele draadjes zijn kapot, de foto’s laten los. Ik
neem met mijn iPhone de schade op. “Dat wordt een mooie foto”, dreinst een lijzige
stem. Ik schrik en zie een uitgelaten gezelschap achter mij. Ik leg uit dat ik
de scha opneem en het naar de maker mail. “O maar dat is helemaal niet nooh-deg”,
klinkt de sherrystem. “Dat maken we toch even” en ofschoon ik het haar verbood
en adviseerde dat niet te doen wordt het werk met huisvlijtig geweld
gerepareerd. “Tsja, de storm zal wel de oorzaak zijn geweest, maar of dit nu de
manier is?” Ik wandel
verder. Object Molpe (muziek) blijkt nu slachtoffer te zijn van moedwillig toegebrachte
schade. Heen en weergebogen naar de gallemiezen hangt het zielig in de klem. “Zit
er iemand ons verschikkelijk dwars te bomen?” denk ik vertwijfelend. Mijn huisfilosoof
en partner in crime houdt het op dionysische krachten, razernij van de wijngod
Dionysus. “Hoogzomerfeesten waren geen slappe fuifjes. Alle oerende krachten in
de mens werden uitgeleefd!”
Weken daarna, als ik in mijn dorp van het Volksfeestterrein naar huis loop
en her en der de schade aan de straatversieringen waarneem, hoor ik muziek uit mijn
jeugd. “Daar mag je alleen maar naar kijken maar aankomen niet” hoest de
charmezanger wurmend tussen mijn oren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten