maandag 27 juni 2022

Ondertussen bij Foto 21

 

Titel: Salon des Arts

Periode: 1 juli t/m 7 augustus 2022

Openingstijden: vrijdag/zaterdag/zondag van 11 uur – 17 uur

Locatie: Foto21 Bredevoort, ’t Zand 21b, 7126 BG Bredevoort

Deelnemers: Leden van Kunstenaarscollectief Breekijzer

 

Salon des Arts is een expositie waarin 10 leden van Kunstenaarscollectief BREEKijzer zich in de zomer presenteren.

De keuze van de werken is geheel overgelaten aan de deelnemers. Elke kunstenaar heeft ongeveer 5 meter expositieruimte tot zijn/haar beschikking. De inrichting van de expositie wordt gedaan door de expositiecommissie.

Breekijzerleden zijn autonoom werkende kunstenaars. Elke deelnemer laat in deze tentoonstelling zien in welke discipline hij/ zij werkt en geeft daarmee aan dat binnen de vereniging er een kleurrijk palet van talenten aanwezig is.

De deelnemers zijn: Grietje Bouman, Leon-Marie Dekker, Karen van Dooren, Rido Jansen, Tatum Kempers, Monique Klaassen, Ingo Krasenbrink, Hans Oldenhof, Cynthia van Wijngaarden, Dinie Wikkerink.

.

Over de deelnemende kunstenaars: 

Grietje Bouman: EEN DEGELIJKE VROUW. WIE ZAL HAAR VINDEN? (Spreuken 31: 10 – 31) Overal en gedurende alle tijden zijn er voorschriften over wie en wat je als vrouw moet zijn. Godsdienst speelt hierin een belangrijke rol want ons denken is daarop nog steeds gestoeld. Met deze serie doe ik mijn best om me te bevrijden van wat anderen (God, de Bijbel, de dominee, de minister, de burgemeester, mijn buurman) denken dat ik moet zijn.

Léon Marie Dekker: Al meer dan dertig jaar werkt Léon Marie Dekker aan schilderijen, prenten, boeken, muurschilderingen en sculpturen. In Februari 2016 startte hij zijn nieuwste Project, "Peddler Press Laboratories", een experimenteel zeefdrukstudio in zijn kunstenaarsatelier aan in het buitengebied van Etten.Voor zijn werk laat Dekker zich inspireren door logo's en belettering van consumptiegoederen en verpakkingen zoals fruitkisten en dozen, etiketten aardappel en veevoerzakken. Hij hergebruikt zijn eigen beeldtaal, veranderd het en geeft het een andere betekenis. De vertrouwde en voorspelbare beelden krijgen een afwijkend verhaal, ze werken ontregelend. Dekker verbreekt de link met het origineel om uiteindelijk een autonoom beeld te behouden.Zijn ontwerpen drukt hij op gebruikte materialen zoals veevoerzakken, jute-zakken, karton, Houten plaatmateriaal, textiel en canvas van gebruikte legertenten. Daarnaast drukt Dekker zijn ontwerpen op kleding en T-shirts en bekleding. Hij maakt gebruik van de consumenten- berg en hergebruikt het.'The Running Man' is één van de vele voorbeelden van zijn werkwijze; het beeld begon als een model voor een superheld, een kubistische stripfiguur. Dekker onderzoekt hiermee de dubbelzinnigheid in de maatschappij. 'The Running Man' kan gezien worden als een held of een lafaard, als in beweging of verlamd. Dekker vraagt zichzelf af, Waar rennen we heen? of waar vluchten we voor? De woorden Absolu Perdu komen regelmatig voor in het werk van Dekker, ook in deze titel zit een onderzoek. Perdu kan vele betekenissen hebben: verloren, verdwaald, vermist of zelfs verdwenen. Ook hierin zit een spiegelbeeldig-heden. Een "Objet Perdu" is vertaald naar het nederlands een 'gevonden voorwerp'

In dit tijdperk waar mensen geobsedeerd zijn om zichzelf te vinden en dit zich als een massale bezigheid heeft gemanifesteerd, gaat Dekker op zoek naar een Catharsis, de reinigende werking van de kunsten. Dat doet hij door terug te gaan naar fundamenten van onze voeding. "De kunst moet de functie van de aardappel overnemen" Is een uitspraak van de Duitse kunstschilder Jörg Immendorff (1945-2007) en tevens één van de vertrekpunten van Dekkers werk waarbij hij een poging tot doet om het artistieke proces te herstellen als een holistisch pad. Een reconstructie van wat misschien verloren gegaan is. 

Karin van Dooren: Karin’s werk gaat over het belangrijkste wat er is. Het leven. Het is een coming out. Leven met jezelf, de ander, in een wereld. Het werk is zowel poëtisch als kritisch. Net zoals je naar de wereld kunt kijken. De beelden en schilderijen gaan over kwetsbare wezens en kwetsbare werelden die ook sterk en licht zijn.In haar werk mengt ze verschillende werelden, die van mens, natuur en dier. Ze geeft het leven vorm door middel van dieren. Ze vermenselijkt dieren. Het liefst gewone, bruine dieren die in de nabijheid van de mens leven. Sterke dieren met een eigen gelaagd karakter. Trots-droevig, verlegen-stoer, schattig- in verzet. Vaak alleen, niet meer in de eigen natuur. In de portretten wil ze het kleine verbeelden, wat we allemaal kennen. Momenten van kwetsbaarheid, kracht, eenzaamheid.

De mens maakt keuzes die de wereld veranderen. Natuur en wereld lijken ondergeschikt aan menselijk ingrijpen. Ze vermenselijkt de dieren zodat de kijker er aspecten van zijn eigen leven in kan projecteren.Haar beelden zijn antropomorf. De grens tussen mens en dier vervloeit. Maar ook de grens tussen dood en leven. Ze vermaakt de natuur, gebruikt het als materiaal, ontdoet het van haar natuurlijk karakter. De mens maakt de natuur tot menselijk nut. Zij doet dat ook met de dieren die ze vindt. Ze maakt haar sculpturen even vervreemd van de natuur als we als mensheid met de natuur omgaan. Ze heeft zorgen over het verdwijnen van het leefgebied van dieren. Ze schildert graag landschappen, lichte open landschappen met blauwe luchten. Water, bomen en eenzame dieren. De wereld die er is als je kijkt, als je voelt. In de landschappen kun je je afvragen wie de controle heeft, wie het allemaal regelt.De sculpturen en schilderijen samen geven een eigen wereld weer, een sfeer van romantiek. Het werk is verhalend, alsof er iets is gebeurd. Met haar werk roept zij emotionele en tactiele ervaringen op die eerst aan het beleven, dan aan het denken zetten.

Rido Jansen: Rido schildert koppen en mensfiguren, individuen soms geplaatst in een groep.
Ze hebben een link met kwetsbaarheid en bescherming, relaties, gevoelens, gedachten (-spinsels), de psyche van een mens.Haar materiaalgebruik is divers. Wat haar opvalt qua textuur of vorm kan gebruikt worden voor iets nieuws.

Tatum Kempers: Tatum is (Doetinchem,1976) is een multi disciplinair kunstenaar en maakt met name zelfportretten. Haar werk is meestal autobiografisch. Het is een reactie op haar eigen ervaringen en de tijd waarin we leven.Voor Salon des Arts laat Tatum Kempers voor het eerst textiel werk zien. Tuften is het met de hand vervaardigen van hoogpolig tapijt. Hierdoor ontstaan er unieke werken. Het zelfportret is uit de foto serie The Monster in me. Daarnaast staat er een videowerk. Dit werk komt uit de serie Once we were travellers die Tatum Kempers samen met haar partner en kunstenaar Rick Kup maakte. Tatum creëert haar werk onder andere in fotografie, video, textiel en of multimedia installaties. In haar fotografische werk maakt zij gebruik van verschillende technieken, zoals lightpainting (schilderen met licht), lange sluitertijden, schilderen en iPhone (iphoneography) of analoge technieken. Hiermee creëert ze een nieuw beeld dat verder gaat dan een standaard portret. 

Monique Klaassen: Op de tentoonstelling “Salon des Arts” 2022 zijn van Monique alleen kleine schilderijen (Small Works) van mij te zien. Het formaat is 20 x 20 cm. Anders dan bij mijn “Basic” schilderijen  van het formaat 190 x 190 cm aan welke over het algemeen een lijntekening vooraf gaat, ontstaan de meeste van mijn kleine schilderijen vanuit het schilderen zelf. De kleine schilderijen starten meer experimenteel terwijl de werken van 190 x 190 cm gerichter ontstaan.

Tijdens het maakproces werk ik aan meerdere doekje tegelijkertijd. Enkele doekjes vormen een serie. Andere staan op zichzelf. 

De resultaten op klein formaat doek zijn divers. Ik maak gebruik van verschillende schildertechnieken. Zo laat ik verf vervloeien maar combineer ik dit ook met strakke lijnen. De uitersten in de resultaten variëren van abstract-minimalistisch tot kleurrijk-organisch. In deze tentoonstelling zijn werken te zien welke deze uitersten weergeven. Zowel de grote alsook de kleine schilderijen staan op zichzelf. Een enkele keer dient een kleiner schilderij als schets voor een groter schilderij. 

 

Ingo Krasenbrink: grafiek, fotografie (*1954 Bocholt) woont sinds de jaren negentig in Bocholt. Zijn technische opleiding was als letterzetter (die met het loodtype), daarna als graficus en fotograaf in Münster, Lankern en Dortmund. Vervolgens werd hij in de jaren 80 benoemd tot art director bij een internationaal reclamebureau in Düsseldorf.
Daar ontwikkelde hij het verlangen naar meer artistiek werk, hij zocht een versmelting van grafiek met fotografie. In de jaren 2000 bepaalde de zoektocht naar grafische geluksmomenten zijn creatieve periode.

Hans Oldenhof is opgeleid als kunstdocent en heeft zijn atelier in Dinxperlo. Na een aantal winkels in gedrukte kunst te hebben geëxploiteerd en zich bezig te hebben gehouden met het ontwikkelen van kansen voor mensen met Autisme en/ of ADHD is hij sinds 2019 weer terug bij zijn levenslange passie; het maken van kunst. Hans werkt vaak met gemengde technieken in zijn tekeningen en schilderijen. Materialen en technieken als Acryl, olieverf, inkt en overprint met pen en penseel aangebracht.Zijn werken stralen vaak de wat donkere en oncomfortabele kant uit van het leven. Hij is gefascineerd door de bizarre aspecten van het droombare leven in heden, verleden en toekomst. Combinaties van emoties in verschillende technieken is zijn handelsmerk. Overall thema is de maakbaarheid van het leven.

Dinie Wikkerink: Aan het einde van de coronatijd organiseerde de Haagse kunstenaarsvereniging Pulchri een groepstentoonstelling met als thema The roaring twenties. In de vorige eeuw was dit een periode waarin hoopvol naar de toekomst werd gekeken en ontwikkelingen op allerlei vlakken elkaar in rap tempo opvolgden. Wanneer de corona-gerelateerde beperkingen zijn opgeheven komt er mogelijk weer zo´n bubbelende periode als 100 jaar geleden. Aanleiding voor Pulchri om in een expositie te laten zien hoe kunstenaars inhaken op dit thema. 

Ze is gefascineerd door de effecten van licht en schaduw in alledaagse situaties. De huiselijke omgeving is al jarenlang de inspiratie voor haar fotografie. In de coronatijd was dit niet anders. De verwijzing naar de jaren twintig heb ik gezocht in de presentatie. Een compositie die doet denken aan glas in lood, en verwijst naar art-deco uit de 20er jaren van de vorige eeuw. De foto's zijn van 'nu’: de jaren twintig van deze eeuw. 

Op de Salon expo zal ik twee composities laten zien die in de aanloop naar de tentoonstelling in Pulchri zijn gemaakt.

Cynthia van Wijngaarden werkt met materialen als siliconenrubber, namaakbont of plastic. Met die materialen maakt ze sculpturen die doen denken aan organen of delen van lichamen. De sculpturen worden heel zorgvuldig gearrangeerd op met witte tegels beklede blokken of op een bedje van kunstbont. Het even vlezige als synthetische uiterlijk van haar werk is bijna eng, maar ook aantrekkelijk. Wanneer je het ziet, wil je het aanraken. Inspelend op de intimiteit en de associaties van de toeschouwer, wordt deze verleid tot een spel van aantrekking en afstoting.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten