zaterdag 19 juli 2014

Met Achterhoekse Ogen | Pastorale 2050


Hier op ZEEN meer architectuur als filmposter>


Pastorale 2050 | Hans Mellendijk, Gelders Dagblad, [voorheen De Graafschapbode] 27 mei 1997

Le Centre Pompidou het kunst-en cultuur centrum van Parijs gold voor mij als een symbool voor de toekomst. Het twintig jaar jonge gebouw is inmiddels versleten en onder zijn eigen succes bezweken. De futuristische constructie wordt binnen een kleine duizend dagen gerenoveerd om met de eeuwwisseling met groot grandeur heropend te worden. Ik leerde er ooit m’’n lief  kennen en was er van de herfst met haar terug,  per TGV. In de Tulpvakantie borg ik de foto’s ervan op in ons album. Hoe vliegt de tijd? In een mum is toekomstmuziek een verlopen langspeelplaat. Hemelsbreed een tig of driehondervijf steenworp afstand van de woonstee van m’n verloofde is de toekomst ook begonnen. Een nieuwe visie op het bouwen deed in Amsterdam haar intrede. Vormgevers van het bureau MVRDV bouwde er aanleun-aanhangwoningen. Er waren honderd zorgwoningen nodig. Echter zowel oppervlakte als bouwhoogte waren beperkt. Ze kwamen met een revolutionaire oplossing voor de woningen die ze niet kwijt konden. Aan een conventioneel ogende galerijflat werden vijf met cederhout beklede blokken op verschillende hoogte opgehangen. In deze dozen realiseerde men de ontbrekende dertien woonéénheden. Alle galerijen zijn door deze oplossing anders en zorgen steeds voor een ander perspectief. Het geheel werd verfraaid met gekleurde plexiglazen balkonnen. Een bewijs dat modern bouwen niet automatisch kil en koud hoeft te zijn. Saaie flats á la Overstegen uit de jaren zestig zijn vanaf nu taboe. Deze oplossing is tekenend voor het denken van de jonge honden. Deze maand presenteren ze hun prikkelende herkavelende ideeën voor de komende 50 jaar,  in een boek. Die komen er in het kort op neer dat ze het huidige Nederland willen verdelen in twee polen. Aan de ene kant een geconcentreerde stad met allerlei voorzieningen en hoogwaardige architectuur. Aan de andere kant lichte stedenbouw in een campingachtig landschap. Nu worden woningen neergezet op beperkte kavels, met postzegeltuintjes als gevolg. In hun visie zou je voor het zelfde geld tien woningen per bunder kwijt kunnen, in plaats van veertig nu. Meer groen dus! Het natuurgebied wordt hierdoor feitelijk uitgebreid, willen ze ons doen geloven. Veel nieuwe natuur zonder dure infrastructuur; geen rioleringen maar milieuvriendelijke bergingsvijvers. Asfaltwegen zijn ook niet nodig als je toch al in een Landrover rijdt, stellen zij. Er ontstaat kans voor betaalbare variatie in de nieuwbouw. Regionale eigenaardigheden krijgen weer de kans. Momenteel wordt in een grootschalige woningbouwoperatie binnen tien jaar het platteland volgeplempt  met fantasieloze eenheidsworst. Het resultaat daarvan kennen we ondertussen, ook in de Achterhoek. Nederland is zo vol nog niet. Als je woont zoals de Newyorkers in Manhattan, dan heb je aan de staart van Limburg genoeg. De rest is landschappelijke winst. Neerlands buitengebied ingericht als in Heuvel’s Oud-Achterhoeks boerenleven.

Ik denk aan de droom die ik als langharige  jongeling had, toen ik onder het mom van vormingstheater,  jeugdhonken onveilig maakte door het gooien van asfaltbrokken. Een onbevangen fantasie over een asfaltloze samenleving.


Hoor ik een nieuw geluid? De Symfonie van de jachterige Grote Stad eendrachtig naast de Pastorale van het onthaaste platteland. Of hoor ik slechts vals gefluit? 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten